Tekst: BiOND, headerfoto: Jouk Oosterhof
“Ik heb de mbo-opleiding onderwijsassistent gevolgd op het Vitalis College in Breda; een prettige school met fijne, enthousiaste docenten. Vooral mijn mentor John. Ik herinner me zijn humor, vertrouwen en steun. Ik was ziek en kon weinig naar school; hij leidde me door het jaar zodat ik tóch mijn diploma haalde. Op de hbo-docentenopleiding Nederlands had ik ook een fantastische mentor. Zij heette Nies. Tot mijn grote verdriet is ze een paar jaar geleden omgekomen bij een ongeluk. Ik denk nog vaak aan haar, omdat zij een van de weinigen was die mij écht zag. Ze begreep dat ik worstelde met school, met mezelf en de wereld. Na de les bleef ik vaak even hangen en praatten we over van alles. Ze adviseerde mij om te stoppen met de opleiding en te doen wat ik het allerliefste wilde. Mijn eerste gedicht heb ik daar voorgelezen, staand op een tafel in de aula. Inmiddels vind ik het een slecht gedicht, maar ik weet nog dat al mijn studiegenoten klapten en dat ik dacht: ‘Ik wil schrijver worden’.”
Ik denk nog vaak aan haar, omdat zij een van de weinigen was die mij echt zag.
“Als mentor kun je jongeren gereedschap aanbieden dat ze misschien aanvankelijk niet op waarde kunnen schatten, maar waarvan ze later inzien dat het ze verder heeft geholpen. Om een leerling tot bloei te laten komen moet je ze voeden met wat ze nodig hebben door ze te zien, te ondersteunen en bij te sturen als er scheefgroei dreigt te ontstaan. Het is onontbeerlijk om te beseffen wat je zelf in je eigen schooltijd wel of niet heeft geholpen. Opdat jongeren zich kunnen ontplooien moet je ze écht zien en naar ze luisteren; je moet je kunnen verplaatsen in hun belevingswereld. Soms moet je ze een beetje uit hun comfortzone duwen; tonen wat ze nog méér kunnen, hoe groot en mooi ze kunnen uitbloeien.”
“Ik wens elke leerling een begripvolle, humoristische, gevoelige en leergierige leraar toe. Iemand die die soms een vangnet kan zijn en op andere momenten trots aan de zijlijn toekijkt. Het is belangrijk dat je als leraar openstaat voor nieuwe inzichten; dat je altijd op zoek blijft om les op maat te kunnen geven. Ik ben ervan overtuigd dat elke leerling een eigen weg volgt. Het is de kunst om te zien wat een leerling nodig heeft.”
Van donderdag 27 januari t/m woensdag 2 februari 2022 vindt de jaarlijkse Poëzieweek plaats, hét perfecte moment om in de klas met poëzie aan de slag te gaan! Van romanschrijver en dichter Marieke Lucas Rijneveld (1991) verscheen vorige week de nieuwe dichtbundel Komijnsplitsers.
SJABLOONHONGER
Figuurzaag me netjes langs de randen, schaaf bij wat ik te veel ben geworden. Vervang het zaagblad als je te snel gaat en kapot, als je een bocht in mijn aanwezigheid misloopt.
Maak een sjabloon van me dat niet op het vorige lij kt, want buiten is het stil, de bomen staan stokstijf in foxtrothouding – als ik af ben wil ik met je dansen tot de sterren naar beneden donderen.
Wie de zaag ontsnapt, loopt zichzelf uiteindelijk in de prak, echt waar, geloof me, verspil zoveel mogelijk metaalbladen, laat je nooit zeggen dat een ontwerp een ontwerp blijft, alles is mogelijk.
Af en toe zou ik het andersom willen, jij het hout, ik het gereedschap, maar ik heb nooit een vaste hand gehad, ik heb nog nooit iemand bij gevijld – scheefgroei zit in al mijn voorvaderen.
Er is zoveel ruis op de lijn en niemand die me kan vertellen hoe ik het beste me kan ontplooien. Al moet ik het goede ook benoemen, ik heb twee armen waarmee ik kan wiegen.
Dus kom hier, leg het gereedschap ver weg uit mijn kinderogen, en vertel me dat we het einde naderen, dat het ontwerp bijna af is, dat ik kan zeggen dat ik iemand en mooi ben geworden.