Mbo of havo?
Tekst: Yvonne Mulders
Lotje (16) wilde niet naar het mbo. “Ik zie voor mezelf met havo meer kansen. In leerjaar 3 van het vmbo heb ik de vakken gekozen waarin voornamelijk mijn interesse lag en een extra theoretisch vak erbij.” Haar vakkenpakket op het vmbo sloot aan op dat in 4-havo. In haar havo profiel Economie & Maatschappij (E&M) heeft ze bedrijfseconomie als nieuw vak. Dit vak start op de havo als een nieuw vak, dus Lotje heeft hierin geen achterstand. Valerie (16 jaar) vertelt: “Voor mij was 4-havo een bewuste keuze. Daarna wil ik graag psychologie gaan studeren en ik zag op het mbo niet de geschikte opleiding hiervoor. Ik vind het leuk om nog twee jaar op de middelbare school te zitten. Ik heb ook het profiel E&M gekozen, maar ik heb een ander vak in het vrije deel. Lotje heeft tekenen en ik heb aardrijkskunde.” Op de vraag of de beide leerlingen een keuze hadden gemaakt voor het mbo, reageert Lotje: “Mijn eerste keuze was havo en mijn tweede keuze was een creatieve mbo-opleiding. Nu op de havo weet ik nog steeds niet precies welke opleiding ik hierna wil volgen, maar ik ben wel zeker van een creatieve opleiding.” Valerie had zich niet voor het mbo aangemeld. Haar cijfers waren prima en er lagen geen drempels op haar weg om de overstap naar havo te realiseren. Zij kreeg van haar mentor de tip mee zich alleen voor havo aan te melden. Lotje vindt de overstap naar 4-havo wel meevallen. Ze zegt: “Ik kom van de havo af en heb de overstap gemaakt naar het vmbo. Voor mij was het werken op de havo al bekend. Ik had het vmbo nodig om het zetje weer te krijgen om terug naar havo te gaan.”
Advies aan anderen
Valerie wil de leerlingen, die nu op het vmbo zitten, de tip meegeven dat je de keuze voor havo echt moet willen. Het vraagt volgens Valerie meer discipline van jezelf. Ze is van mening dat de docenten op het vmbo je nog een beetje aan het handje meenemen. “Op de havo wordt er meer verantwoordelijkheid van je verwacht. Je hebt wel de motivatie nodig om het te bereiken. Doorzetten en er ook echt voor leren. Het komt je niet aanwaaien zoals op het vmbo.” Lotje raadt leerlingen, die met een extra vak de overstap wel mogen maken, maar net een magere zes gemiddeld staan, af het havo-traject te gaan volgen: “Je moet wennen en echt gaan werken. De docent is op de havo meer begeleider. Ook dat is een enorm verschil met het vmbo.” Beiden vinden het vak wiskunde op havo wat lastiger. Ze krijgen, zo geven ze aan, minder tijd voor de opdrachten en minder tijd voor extra uitleg. Bij andere vakken gaat het de beide leerlingen makkelijker af. Bijvoorbeeld bij geschiedenis en aardrijkskunde. Bij die vakken begint de docent met het herhalen van de stof in een wat sneller tempo dan vorig jaar. De cijfers die ze op de havo behalen zijn minder hoog ‘ Zelf die drive hebben en het niet voor anderen doen’ > dan op het vmbo. “Mijn eerste cijfers waren een 4 en 5,5, maar ik weet dat ik het kan. De leerlingen uit 3-havo halen ook wel eens een onvoldoende. Nu ben ik tevreden met een 5,5 of een 6. Vorig jaar zou ik dat niet geaccepteerd hebben,” merkt Valérie op. Lotje: “Ik zoek bij een paar vakken nog naar de balans in de wijze waarop ik die aan ga pakken, maar de motivatie om door te pakken is er zeker.”
Kansengelijkheid
“Voor leerlingen die echt iets willen en ervoor willen werken, is de nieuwe wet echt wel goed,” meent Valerie. ”Je maakt het jezelf wel lastig als je bij de overstap te weinig basis hebt. Gelijkheid is prima, maar kijk naar de haalbaarheid. Daarnaast blijft ontspanning naast je school belangrijk.” Lotje snapt dat je iedereen een kans wilt geven. “Maar ik weet niet of het idee erachter goed is. Stel dat een leerling met een magere vmbo-cijferlijst het niet haalt in havo-4, dan is dat een grote teleurstelling. Die leerling kan dan het jaar overdoen of naar het mbo overstappen. Het was achteraf handiger geweest als die leerling meteen naar het mbo zou zijn gegaan. Aan de andere kant kan een leerling juist getriggerd worden om op havo door te pakken, omdat hij het havo-diploma graag wil halen.”
Vol of halfvol?
Lotje en Valerie hebben op het vmbo gewerkt met een doorstroomportfolio: een document waarin allerlei stappen stonden die leerlingen moesten nemen om onderbouwd de overstap van vmbo naar havo te maken. Eén van die opdrachten was een motivatiegesprek met je mentor. Valerie: “Ik ben gesteund door mijn mentor en mijn ouders en het havo-traject is mijn eigen keuze. Er is altijd een open gesprek over geweest. Soms had ik wel het gevoel dat vmbo-docenten de havo afraadden. Ik had een tekst bij Nederlands en die had als titel: ‘Wil je met een volle koffer naar het mbo of met een halfvolle koffer naar de havo?’ Dan voel je dat je als het ware tegengehouden wordt. Terwijl ik merk dat havo een grotere basis voor mij is. Ik heb de route en de opdrachten voor het doorstroomportfolio wat begeleiding betreft als goed ervaren. De motivatie om havo te kiezen werd sterker. Vooral het vertrouwen van de mentor heeft mij heel goed gedaan.” Lotje merkt op dat het goed is dat je vanuit jezelf aangeeft waarom je wilt doorstromen naar havo. “En niet dat hier een push achter zit van bijvoorbeeld ouders of andere mensen uit je omgeving. Je moet zelf die drive hebben en het niet voor anderen doen.”
Iets gemist?
Lotje miste een meeloopdag op de havo. “Dan ervaar je het niveau,” weet ze. Valerie: “De aansluitlessen voor vakken die je op havo gaat volgen, zijn voor mij niet echt nodig, die waren er trouwens ook niet. Alleen voor wiskunde, maar daar heb ik in coronatijd niet veel aan gehad. Gek, de opdrachten die online waren, zijn niet de opdrachten die de docenten nu behandelen.” Beide leerlingen weten wel heel zeker: “Weet waar je het voor doet!”