Hoe voorkomen we dat jongeren voortijdig uitvallen in het mbo?
Nieuwe cijfers en initiatieven tonen dat samenwerking, begeleiding en ruimte voor oriëntatie essentieel zijn. In dit artikel reflecteert Erik de Ruijter (beleidsmedewerker BiOND) op recente voorbeelden uit de Volkskrant en onderstreept hij het belang van sterk LOB-beleid, goede overstapbegeleiding en het versterken van onderwijsprofessionals.
Samenwerking en sterke begeleiding
Twee weken geleden (28 mei 2025) verscheen er een artikel in de Volkskrant over succesvolle interventies binnen mbo-instellingen om voortijdige schooluitval terug te dringen. Aanleiding was de uitkomst van een onderzoek in opdracht van Ingrado (de branchevereniging voor leerplichtambtenaren), waaruit naar voren komt dat het aantal vroegtijdig schoolverlaters vorig schooljaar binnen het mbo behoorlijk hoog is, met name onder studenten binnen niveau 2.
De oorzaken zijn volgens dit onderzoek uiteenlopend: de opleiding sluit niet aan, of er spelen persoonlijke omstandigheden zoals schulden of gedragsproblematiek. Jongeren die zonder diploma of startkwalificatie van school gaan, zijn kwetsbaar in het vinden of behouden van een passende plek in de maatschappij. Schooluitval is daarmee niet alleen een individueel probleem, maar ook een maatschappelijk risico.
Actieplan voor minder uitval
Om het tij te keren lanceerde toenmalig minister van Onderwijs Robbert Dijkgraaf eind 2023 een actieplan om in 2026 het aantal voortijdig schoolverlaters binnen het mbo terug te dringen tot 18.000 (vorig schooljaar was dit aantal ruim 22.000!) In het artikel van de Volkskrant worden twee interventies belicht die bijdragen aan het tegengaan van uitval.
Een stevig vangnet binnen school
Allereerst de organisatie van een stevig vangnet binnen de onderwijsinstelling. Om jongeren ‘binnenboord’ te houden, vindt er nauwe samenwerking plaats tussen docenten, leerplicht, zorgcoaches of zorgcoördinatoren. Zelfs job-coaching wordt ingezet voor studenten in hun zoektocht naar een passende stage of baan.
Dit voorbeeld laat zien welke belangrijke plek een mbo-instelling inneemt in de maatschappij. En dat onderwijs, hulpverlening en gemeenten elkaar steeds beter weten te vinden in de begeleiding van jongeren. Die samenwerking is noodzakelijk, maar het werkt alleen als er ook voldoende mensen beschikbaar zijn die jongeren goed kunnen begeleiden.
Keuzejaar als tussenstation
Als tweede wordt een keuzejaar binnen het mbo genoemd als interventie om schooluitval terug te dringen. Tijdens een keuzejaar krijgen studenten een jaar de tijd om zich te oriënteren voordat zij een definitieve studiekeuze maken. Gedurende dat jaar gaan studenten aan de slag met het ontdekken van hun talenten, volgen ze lessen over persoonlijke en professionele ontwikkeling en lopen ze stage.
Een dergelijk initiatief, dat op verschillende onderwijsinstellingen wordt aangeboden, is aan de ene kant een mooi aanbod voor jongeren die (nog) geen studiekeuze kunnen maken en op deze manier uitgebreid aan de slag kunnen met hun oriëntatie. Aan de andere kant roept het ook vragen op over de redenen waarom een jongere in het voorliggend onderwijs nog geen studiekeuze kan maken. De vroege leeftijd waarop een jongere een studiekeuze moet maken, zou hierbij een belangrijke rol kunnen spelen.
Een keuzejaar kan jongeren helpen om zonder overhaaste druk tot een bewuste, persoonlijke keuze te komen. Niet alles hoeft al vast te liggen op je zestiende. Wat telt, is ruimte om te ontdekken wat bij je past en daarin goed begeleid te worden.
Sterk LOB-beleid begint in het vmbo
Een mooi aanbod voor de studiezoeker en tegelijk een pleidooi voor blijvende aandacht voor sterk LOB-beleid en -programma’s binnen het vmbo. Daarbij is het belangrijk dat de uitvoerenden (LOB-coördinator, decaan, mentor, docent) stevig ondersteund en gefaciliteerd worden vanuit de school. Zodat de jongere zichzelf en zijn mogelijkheden kan ontdekken, en via verschillende loopbaangesprekken begeleid wordt bij het maken van een passende studiekeuze. BiOND zet zich dagelijks in om deze onderwijsprofessionals te versterken, met kennis, training en netwerk. Want goede begeleiding maakt het verschil.
Samenwerking vmbo-mbo is cruciaal
Daarnaast is een goede samenwerking tussen het vmbo en mbo essentieel als het gaat om het begeleiden van jongeren naar een passende vervolgopleiding, een gedeelde verantwoordelijkheid. In het artikel wordt dan ook een mooi voorbeeld van deze samenwerking genoemd, in de vorm van ‘overstapcoaches’ die vmbo-leerlingen al tijdens hun examenjaar richting het mbo begeleiden, en ook nog betrokken blijven in de eerste maanden na de overstap.
Structurele samenwerking en voldoende ondersteuning van begeleiders zijn randvoorwaarden om die begeleiding duurzaam en effectief te maken. Leerlingen verdienen passende begeleiding, juist op de momenten die er écht toe doen.
Cijfers of cultuurverandering?
Robbert Dijkgraaf heeft voor 2026 een ambitieus doel gesteld als het gaat om het terugdringen van vroegtijdige schoolverlaters. Of we dit doel cijfermatig gaan halen, valt te bezien.
Maar mocht dit niet het geval zijn, dan hoop ik in ieder geval dat we onze gezamenlijke inspanningen blijven zien en vasthouden om jongeren te begeleiden naar een plek die bij hen past in de maatschappij. Want dat is waar het uiteindelijk om gaat.

