De afgelopen jaren ontwikkelt het onderwijslandschap in Nederland zich van passend naar inclusief onderwijs. Wat is het verschil tussen passend en inclusief onderwijs? En wat is de achtergrond van deze ontwikkeling? Dolf van Veen, hoofd van het Nederlands Centrum Onderwijs en Jeugdzorg (NCOJ), geeft antwoord op deze vragen.

Geschreven door Luuk Staring in opdracht van BiOND Magazine

Wat zijn de grootste verschillen tussen passend en inclusief onderwijs?

“De afgelopen decennia zijn diverse beleidsprogramma’s gestart met het doel de zorgbreedte van het regulier onderwijs te vergroten. Uit verschillende evaluaties blijkt echter dat deze elkaar opvolgende beleidsprogramma’s weinig succesvol zijn geweest. De groei van het speciaal onderwijs bleek moeilijk te stoppen. En van een toenemende capaciteit van het regulier onderwijs om leerlingen met lichte en meer intensieve ondersteuningsbehoeften goede (speciale) onderwijszorg te bieden was in het algemeen gesproken geen sprake.

Op inclusieve scholen zijn alle leerlingen welkom ongeacht hun ondersteuningsbehoeften, mogelijkheden en beperkingen, etniciteit en sociale afkomst. Bij inclusief onderwijs is de focus dus niet gericht op aanvullende programma’s en arrangementen, maar op een goede leeromgeving voor álle leerlingen. Het werken aan inclusief onderwijs blijft een proces, waarin toegankelijkheid van scholen, participatie en leerresultaten voor alle leerlingen worden nagestreefd.

Het toewerken naar inclusief onderwijs kent specifieke uitdagingen. Er is in Nederland een duaal stelsel met hardnekkige schotten tussen speciaal en regulier onderwijs, maar ook tussenonderwijs en voorzieningen zoals jeugdhulp, zorg, opvang en arbeidstoeleiding. De verbinding van deze voorzieningen met het onderwijs is veelal kwetsbaar en niet structureel en geïntegreerd. Intensieve en specialistische zorg is meestal niet beschikbaar voor het regulier onderwijs. Dit maakt de ontwikkeling van inclusieve reguliere scholen, juist ook voor kinderen en jeugdigen die niet alleen speciale onderwijszorg behoeven maar eveneens extra zorg en ondersteuning zoals sociaal-medische zorg of jeugdhulp, vanuit een duaal stelsel extra gecompliceerd.”

Welke stappen zijn er de afgelopen jaren genomen om het onderwijs inclusiever te maken?

“Dertig jaar geleden onderschreven Nederland en vele andere landen de Salamanca-verklaring. Een belangrijke onderlegger voor de ontwikkeling van inclusief onderwijs. In de verklaring staat onder andere dat alle kinderen recht hebben op inclusief onderwijs, met name ook kinderen die speciale onderwijszorg behoeven bijvoorbeeld als gevolg van een beperking. Reguliere scholen dienen de leeromgeving voor deze leerlingen geschikt te maken zodat zij kunnen meedoen.

Ondanks dat de Salamanca-verklaring al in 1994 werd ondertekend, zien we in het Nederlandse onderwijsbeleid pas de laatste jaren dat de stap naar inclusief onderwijs daadwerkelijk wordt gezet. De verplichting om ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren welkom zijn binnen het regulier onderwijs komt ook voort uit het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind (1989) en het VN-Verdrag Handicap (2016).

In 2020 werd door minister Arie Slob inclusief onderwijs voor het eerst als een belangrijk doel voorgesteld binnen het Nederlandse onderwijssysteem. In 2023 werd als doel om in 2035 de overgang naar inclusief onderwijs voor de meeste scholen te realiseren. Het afgelopen jaar is hier een beleidskader aan toegevoegd, waarin de definitie, kenmerken en doelen van inclusief onderwijs verder zijn uitgewerkt. De landelijke overheid heeft aangekondigd dat na 2025 de noodzakelijke voorwaarden worden gerealiseerd en de wettelijke kaders worden aangepast.

Het NCOJ is, met onderwijsorganisaties Verus en VOS/ABB, initiatiefnemer van het platform Naar Inclusiever Onderwijs (NIO). Sinds 2018 ondersteunt en adviseert het platform NIO scholen, samenwerkingsverbanden en gemeenten die werken aan inclusiever onderwijs. Er is een eigen informatie- en ondersteuningspunt (www.naarinclusieveronderwijs.nl) en er worden leerervaringen gedeeld via ambassadeurs, werkbezoeken, online bijeenkomsten en een jaarlijkse conferentie.”

Wat zijn de voordelen van inclusief onderwijs, voor het kind en de samenleving?

“De Salamanca-verklaring benadrukte al het belang van inclusieve scholen voor het bestrijden van uitsluiting, discriminatie en het bevorderen van gemeenschapszin en een inclusieve samenleving. Inclusieve scholen omarmen diversiteit en bieden een omgeving waarin deze leerlingen samen leren en leren samenwerken. Onderzoek toont aan dat inclusieve scholen leiden tot betere leer- en ontwikkelingsresultaten voor leerlingen en meer efficiëntie en kosteneffectiviteit van het hele onderwijssysteem.

Het succes van inclusief onderwijs is niet vanzelfsprekend. Veel hangt af van bijvoorbeeld de kwaliteit van de leeromgeving, de samenwerkingscultuur op scholen, mindset van het personeel, de beschikbare expertise en niet in de laatste plaats de ondersteuning voor leren en onderwijzen.”

Kunt u een voorbeeld uit de praktijk delen?

“Hoewel er beleidsmatig sprake is van een beginnende ontwikkeling, zien we in de praktijk dat de afgelopen jaren op een groeiend aantal plekken initiatieven zijn genomen door het onderwijs om samen een inclusievere leeromgeving te realiseren. Een mooi voorbeeld is basisschool De Korenaar in Eindhoven. Wat mij betreft een schoolvoorbeeld van een inclusieve basisschool. Een aantal jaar geleden besloten de directeur en het team om de deur te openen voor een kind met een verstandelijke beperking. Wanneer je nu (jaren later) kijkt, zie je wat dit de leerlingen, de ouders, de school en de buurt heeft gebracht. De school heet inmiddels een substantieel aantal leerlingen uit de buurt welkom die daarvoor nog geplaatst zouden worden in het gespecialiseerd onderwijs.”

Welke eerste stap raadt u scholen aan?

“De aanleidingen voor het werken aan inclusief onderwijs kunnen heel verschillend zijn, net als de eerste stap die wordt gezet in een proces van schoolontwikkeling. In het algemeen is het aan te raden om niet alleen een visie te ontwikkelen met het team en alle geledingen van de school, maar vooral ook om gezamenlijk te komen tot een concreet beeld bij de uitvoeringspraktijk.

Doordat de afgelopen jaren veel leerlingen werden doorverwezen naar het gespecialiseerd onderwijs, hebben reguliere scholen slechts beperkte ervaring met het geven van onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning en/of speciale onderwijszorg behoeven. Werkbezoeken helpen om de visie op inclusief onderwijs te koppelen aan concrete uitvoeringsbeelden en inzichten hoe je de invoering ervan kunt voorbereiden qua organisatie, uitvoering en ondersteuning van het onderwijs. Ook voor begeleiders als zorg- of ondersteuningscoördinatoren in het onderwijs liggen hier belangrijke en deels nieuwe taken.”

Welke ontwikkelingen kunnen we de komende jaren verwachten?

“Ik hoop dat scholen, hun besturen en de samenwerkingsverbanden de ruimte krijgen om de ontwikkeling voort te zetten en waar nodig aanvullende middelen krijgen. Ik verwacht dat zij geïnspireerd raken door de goede voorbeelden. Daarnaast is er tijd nodig voor deze omschakeling en transformatie. Er moet er bijzondere aandacht uitgaan naar de rol en taken van het gespecialiseerd onderwijs in de periode waarin gewerkt wordt aan meer en goede inclusieve reguliere scholen en integratie van regulier en speciaal onderwijs. Er zijn beren op de weg, zoals het lerarentekort en de bezuinigingen, maar ik ben positief gestemd dat we in Nederland de komende jaren stappen gaan zetten naar inclusiever onderwijs.”

Vergelijkbare berichten